top of page

Hoe leer je je kinderen over de Polyvagaal theorie?

Ik krijg regelmatig de vraag hoe en waar kinderen over de Polyvagaal theorie kunnen leren. Ik heb mijn aanbod de afgelopen jaren beperkt tot volwassenen in de hoop dat die het goede regulatie voorbeeld aan hun kinderen kunnen geven. Nu liep mijn dochter toch erg vast in haar ergotherapie en kon niks met het model van een vollopend emmertje. Ik probeer mijn moederrol eigenlijk het liefst te scheiden van een therapeutische rol, zeker nu ze ouder (14) wordt. Dus ging ik toch met haar aan de slag met de Polyvagaal theorie. Ik zal hieronder delen hoe ik dat gedaan heb. Diana van Ewijk heeft een tijdje geleden deze kattentrap voor me getekend. Die vond ik ideaal om te gebruiken, omdat ik dan het gedrag van onze katten als voorbeeld kan nemen. Dat is minder confronterend voor haar dan wanneer het over haarzelf gaat en het kattengedrag herkent ze goed. We zijn begonnen met naar het plaatje kijken en dat stap voor stap uitpluizen. Het grootste woord eerst: "Zenuwstelsel" Weet je wat dat is? Wat het doet? Eerst heb ik haar laten vertellen wat ze al wist en daarna heb ik haar kennis aangevuld. Daarna heb ik uitgelegd wat Neuroceptie betekent: het onbewust scannen van je zenuwstelsel. Zowel in jezelf (je lichaam en brein), als tussen jou en de ander, als ook in de buitenwereld. Op basis van de signalen die het waarneemt, neemt het de beslissing: is het Veilig of Onveilig? Daarna heb ik uitgelegd dat je Zenuwstelsel 3 onderdelen heeft: 1. Het deel dat te maken heeft met 'contact', zowel met jezelf, anderen, de natuur, spiritualiteit/magie/god Dat deel noemen we 'Ventraal' 2. Het deel dat zorgt voor in beweging komen. Dat deel heet 'Sympathisch' 3. Het deel dat zorgt voor vertraging. Dat deel heet 'Dorsaal'. Afhankelijk van signaal 'Veilig' of 'Onveilig' reageert dat deel van je zenuwstelsel op een bepaalde manier. Aan de onveilige kant: Ventraal: Het katje is onzeker, een beetje wiebelig, weet niet goed wat te doen en of het veilig zichzelf kan zijn bij je. (Je kunt daar gedrag noemen dat op jouw kind van toepassing is) Sympathisch: Er komt óf een vlucht reactie (wegrennen, verstoppen) of een vecht reactie. Daarna heb ik uitgelegd dat bij mensen 2 soorten vechtreacties bestaan. De emotionele vecht: Daarbij hoort hitte, stoom uit je oren, fysiek willen overheersen, een ander pijn doen. De rationele vecht: Daarin ben je meer berekenend en gebruik je je brein en taal om de ander te overheersen/ jezelf sterk(er) te voelen.


Dorsaal: Je wilt er niet zijn. Je voelt niet veel. Je voelt je verdoofd. Ik heb mijn dochter bij iedere staat gevraagd of ze zich een moment kon herinneren dat ze in die staat was. Daarna zijn we verder gegaan met de veilige kant. Ventraal: Je voelt je comfortabel, op je gemak, in staat om contact te maken, te verbinden zonder het contact met jezelf kwijt te raken. Sympathisch: Je voelt je speels, misschien een beetje stout, enthousiast, je hebt zin om iets te doen. Dorsaal: Je voelt je ontspannen, chill, je hoeft niet zoveel, je voelt je tevreden, misschien een beetje loom of moe. Ook nu heb ik haar bij iedere staat weer een voorbeeld uit haar eigen leven laten geven. Ik heb haar tijdens ons gesprek erover een aantal keer de woorden laten uitspreken en terug gevraagd wat de begrippen ook alweer betekenen. Nadat ik hoorde dat ze het begreep, heb ik de eerste opdracht uitgelegd. De eerste stap van zenuwstelselregulatie is het gaan Herkennen in welke staat je bent. Daar zijn we dus mee begonnen. Ik heb haar gevraagd zich af te vragen waar haar zenuwstelsel was en regelmatig stippen te zetten op de juiste plek in de trap. Je zou nog voor verschillende dagdelen of activiteiten verschillende kleuren kunnen gebruiken. Ik heb haar er een paar keer aan herinnerd in de daaropvolgende week. We kwamen erachter dat het niet lukt de stip te zetten als ze zich onveilig voelt, maar dat ze dat achteraf dan wel kan. Ook ontdekte ik dat mijn dochter heel nauwkeurig was geweest waar die stip precies stond (bijv. onveilig, maar dicht bij de veilige kant of andersom) Na een week werd ze ongeduldig. "Wat heb ik hieraan?". Ik heb geen zin om het te doen als ik er niks aan heb.


Tijd voor de volgende stap dus. Ik legde uit dat de volgende stap erom gaat dat je in het moment dat je je onveilig voelt je dat kunt realiseren en even pauze kunt nemen voor je iets zegt of actie onderneemt (daar komt de ouderwetse tel tot 10 wellicht bij kijken).

Dat leek haar onmogelijk (hoorde ik in pubertaal ;-)). Ik heb het even laten weken in haar brein en ga er vandaag of morgen op terugkomen. Want de volgende stap is Erkennen dat je je in een bepaalde staat bevindt en dat liefst ook nog op het moment zelf. Ik ga eens kijken hoe ik haar kan uitleggen over dat drammerige brein als je je zenuwstelsel zich onveilig voelt. Misschien haar kleine broertje als voorbeeld? Of toch liever de hond die ervan overtuigd is dat mijn dochter blij wordt als ze haar vieze bot aan haar geeft en dat hardnekking volhoudt? Ik zal er later meer over schrijven.


242 weergaven0 opmerkingen
bottom of page